UNESCO waarschuwt voor de race om neurotechnologie: “Mentale privacy staat op het spel”

De Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) heeft vandaag tijdens haar Algemene Vergadering in Samarkand, Oezbekistan, unaniem een document aangenomen waarin wordt opgeroepen tot het ethisch gebruik van neurotechnologie, "technologie die gericht is op het begrijpen van en interacteren met de hersenen". UNESCO acht het noodzakelijk om een kader te creëren voor het wijdverbreide gebruik van deze technologieën , aangezien misbruik ervan "ernstige risico's voor de mentale privacy " met zich meebrengt, met name voor kinderen en jongeren, en "ongelijkheden kan vergroten".
Hoewel medische neurotechnologie strikt gereguleerd is, geldt dat helemaal niet voor commerciële toepassingen. Deze technologie is te vinden in wearables voor consumenten, videogames, productiviteit op de werkplek, onderwijs en opleiding, en marketing. De volgende stap, waar de industrie al aan werkt, zijn neurale interfaces, die de hersenen rechtstreeks met de machine verbinden.
"Neurale data, die de basisreacties en emoties van individuen vastleggen, is zeer gewild", benadrukt het document. "In tegenstelling tot data die door sociale media worden verzameld, worden de meeste neurale data onbewust gegenereerd, en daarom kunnen we geen toestemming geven voor het gebruik ervan." Door deze data te controleren, zouden bedrijven of overheden gedetailleerde profielen van individuen kunnen samenstellen die gebruikt kunnen worden om hen te manipuleren.
Het document legt bijzondere nadruk op minderjarigen, aangezien de menselijke hersenen zich tussen de 25 en 30 jaar volledig ontwikkelen en rijpen. Als neurale interfaces tijdens de adolescentie worden gebruikt, waarschuwt UNESCO, "bestaat het risico dat dit de toekomstige identiteit van de jongere aantast met blijvende of zelfs permanente gevolgen." "Deze tekst belichaamt een diepe overtuiging: dat technologische vooruitgang alleen zinvol is als deze wordt geleid door ethiek, waardigheid en verantwoordelijkheid jegens toekomstige generaties", aldus Audrey Azoulay, directeur-generaal van UNESCO.
"De uitdagingen zijn talrijk. Of er nu implantaten zijn of niet, we moeten het concept veiligstellen en veel testen. Bedrijven zijn daar nu niet op gefocust: ze zijn druk bezig met de ontwikkeling van de technologie en zien niet wat ermee gebeurt", zei Dafna Feinholz, bio-ethiekmedewerker van UNESCO, dinsdag tijdens een virtuele bijeenkomst met internationale journalisten waaraan EL PAÍS deelnam.
De expert benadrukte dat deze technologie zeer positief kan zijn voor de mensheid. "Het biedt unieke mogelijkheden om lijden te verlichten. Het kan helpen identificeren waar depressie begint, het kan helpen bij de behandeling van de ziekte van Parkinson of epilepsie. Het kan cruciaal zijn voor mensen die hun zicht verloren hebben om het terug te krijgen, en hetzelfde geldt voor spraak."
Het heeft echter een zeer gevaarlijke keerzijde. Het UNESCO-aanbevelingsdocument, dat op 12 november wordt ondertekend, beoogt een internationaal debat over deze kwestie te openen. Naast de bescherming van kinderen en adolescenten zouden landen het fundamentele recht op mentale privacy moeten garanderen door bijzonder strenge regels te ontwikkelen voor de verwerking van neurologische gegevens.
"We moeten de emoties, gevoelens en gedachten van mensen beschermen. We moeten weten wie deze informatie zal gebruiken en met welk doel. We hebben het over de commercialisering van de belangrijkste informatie over ons", waarschuwde Feinholz. "Deze neurodata moeten worden beschermd; anders kan onze mentale toestand worden afgeleid", voegde ze eraan toe.
Een groeiende technologieHet agentschap is van mening dat het tijd is om dit probleem aan te pakken, en wel om verschillende redenen. Een rapport van UNESCO signaleert een stijging van 700% in investeringen in neurotechnologie tussen 2014 en 2021. Bovendien suggereren het tempo van patentaanvragen voor deze technologie en de overnames van bedrijven in de sector door grote technologiebedrijven "dat het moment waarop neurotechnologieën een massaproduct worden, nabij is", benadrukt het agentschap in een ander document.
Mobiele telefoons, maar ook slimme armbanden, horloges, koptelefoons en brillen, bevatten applicaties die ontworpen zijn om atletische prestaties te meten, de concentratie te verbeteren en de vermoeidheid en het stressniveau van gebruikers te beoordelen. De opkomst van generatieve kunstmatige intelligentie (AI) heeft volgens UNESCO de ontwikkeling van neurotechnologie versneld, waardoor bedrijven gemakkelijker neurale data kunnen decoderen.
Een ander belangrijk punt dat in de aanbevelingen van UNESCO wordt benadrukt, is het gevaar dat deze technologie ongelijkheid kan vergroten. 50% van de bedrijven die eraan werken, is namelijk gevestigd in de VS en 35% in Europa, terwijl 80% van de mensen die toegang hebben tot deze toepassingen in het mondiale Noorden woont. "Het beperken van de toegang tot geavanceerde neurotechnologie tot de rijken zou de sociale kloof, zowel nationaal als internationaal, kunnen vergroten", benadrukt het document.
EL PAÍS




